In 1816 deed J.P. van Rossum zijn eerste twee grondaankopen ten oosten van Naarden: Berghuysen en Kommerrust. Dit was het begin van een uitgebreid bezit aan grond en huizen. Eind negentiende eeuw was het twaalf hectare grote landgoed Berghuis in bezit van de familie Kuhn. Na de dood van Henry Kuhn (1840-1912) erfde zijn dochter A.M.J. Dudok van Heel-Kuhn (1865-1963) deze buitenplaats. Het echtpaar Dudok van Heel-Kuhn liet in 1913 onder architect Kruisweg door aannemer Jurriëns uit Naarden dit huis bouwen op de heuvel waar ooit de hofstede Berghuysen had gestaan (verwoest in 1814 door de Fransen tijdens het beleg van Naarden) en nadien de sierkoepel van J.P. van Rossum. J.P. Dudok van Heel (1863-1939) en zijn echtgenote A.M.J. Dudok van Heel-Kuhn (1865-1963) en hun vier kinderen betrokken het huis samen met twee inwonende dienstboden, een tuinman en chauffeur beiden woonachtig op het terrein. J.P. Dudok van Heel is in 1939 op Berghuis overleden en zijn echtgenote is in 1963 eveneens op Berghuis overleden op ruim 97-jarige leeftijd. De familiefirma Kuhn & Co, eveneens gevestigd op het terrein, heeft het landgoed in 1963 overgenomen en het huis Berghuis als kantoor verhuurd aan de Chemische Fabriek. Tot op de dag van vandaag is Berghuis als kantoor in gebruik.
Berghuis 20 met de tulpenboom op de voorgrond
Berghuis 02 op de landgoederenkaart uit 2002
Berghuis 03 de hofstede Berghuysen na de afzanding
Ruwe schets van het huys en den berg der hofsteede Berghuysen:
A. Het huis
B. en C. De berg met opgang en aan de achterzijde twee stenen trappen
D. Het hek voor de Plaats.
Deze schets dateert van geruime tijd voor het beleg van Naarden door de Fransen in 1813/1814. Tijdens dit beleg werd het huis verwoest. Van Rossum kocht het landgoed Berghuysen in 1816 en liet bovenop de heuvel, waar voorheen het huis had gestaan een praalkoepel neerzetten: de Lucknow koepel.
Berghuis 09 schilderij van de Koepel van Berghuys
Detail van een olieverfschilderij omstreeks 1850: de Lucknow koepel op de heuvel van Berghuis, het pronkjuweel van J.P. van Rossum. De kleurrijke sierlijke koepel stond op de fundamenten van het in 1814 verwoeste huis Berghuysen. Als voorbeeld voor dit praalgebouw diende de hoofdmoskee van Lucknow in India. De koepel was via een tweetal trappen te bereiken, waarlangs allerlei kuipplanten, rozen en citrusboompjes stonden. De exotische sfeer werd nog versterkt door de cypressen in de naaste omgeving.
Berghuis 11 de warme kas
Bij de opdeling van Van Rossums bezit in 1856 werd Berghuys afgescheiden van het Oude Bos en de voormalige zanderij bij Flevorama en daarmee weer teruggebracht tot de zeventiende eeuwse afmetingen. Dit ruim 12 hectare grote Berghuys werd voor Fl 15.000,= verkocht aan de Amsterdamse makelaar H.F. (Herman Frederik) Tjeenk (1807-1894), die een goede vriend was van Hermine M.E. Dudok van Heel-van Rossum (de oudste dochter van J.P. van Rossum). Berghuys was in die tijd een landgoed zonder herenhuis. Het huis was eerder bij het beleg van Naarden in 1813/1814 verwoest. Tjeenk was een liefhebber van tuinbouw en kweken van planten en zette het werk van J.P. van Rossum voort. Op deze foto uit de jaren zeventig van de negentiende eeuw zit de heer H.F. Tjeenk (1807-1894) voor een van zijn verwarmde kassen op Berghuys. Tjeenk liet enige verwarmde kassen in Victoriaanse stijl bouwen met veel decoraties aan gevels en dakranden.
Berghuis 13 foto van de Oranjerie (jaren zeventig negentiende eeuw)
Berghuis 14 foto van Monte Casa uit de jaren zeventig van de negentiende eeuw.
De heer Tjeenk, eigenaar van Berghuys van 1856-1878, liet omstreeks 1870 (?) Monte Casa bouwen. Een jachthuisje in chaletachtige stijl, dat vernoemd werd naar het terrein waar het op stond: 'Monte Casa'. Het huisje werd zo gesitueerd, dat je zittend op de stoep een mooi uitzicht had, langs het huis Nieuw Valkeveen, gelegen aan de weg naar Huizen. In 1878 werd Henry Kuhn (1840-1912), kleinzoon van J.P. van Rossum, eigenaar van Berghuis. Zo kwam het landgoed weer terug in de familie. Kuhn, die op Zandbergen woonde, heeft Monte Casa onder meer als biljartkamer gebruikt. Veel verwanten van de familie Kuhn en hun vrienden woonden in de buurt van Berghuys. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd door hen dankbaar gebruik gemaakt van het centraal gelegen Monte Casa als punt van samenkomst en kreeg het zo de functie van sociëteit. De zoon van Kuhn, H.W. Kuhn (1864-1957) en zijn neef J.P. Dudok van Heel (1863-1939) richtten in 1889 de firma Kuhn & Co Beetwortelzaadcultuur op, en begonnen hun bedrijf op het terrein van Berghuys. Monte Casa en de oude Oranjerie werden toen als bedrijfspanden in gebruik genomen. Monte Casa diende jarenlang als opslagplaats voor het allerbeste product van de zaadveredeling, het waardevolle 'elite'-zaad.
Zie ook een artikel over Monte Casa uit 1999 van de hand van A.P. Kooijman - van Rossum, in de Omroeper, jaargang 12 nummer 2.
Berghuis 1001 zeilclub Berghuis / Flevorama
De haven tussen Berghuis en Flevorama: Jan in 'Albatros', Duuk in 'Tromp', Duif in de tjotter van de Duif, Henri met een been op het land, Erik in het schip van Erik en Onno, Papa en Mama aan de kant, foto 1904 door H.W. Kuhn.
Berghuis 1002 tekst achterop 1001
Achterzijde van de foto van de haven tussen Berghuis en Flevorama. Tekst van H.C. Brandt (1889-1971) gehuwd met H.F. Dudok van Heel (1893-1967).
Berghuis 18 foto van ijspret op de vijver van Berghuis (1908)
Op de bevroren vijver van Berghuis zien we rechts A.M.J. Dudok van Heel-Kuhn (1865-1963) samen met drie kinderen en vier speelkameraadjes. De foto dateert vermoedelijk uit 1908.
Berghuis 21 het einde van de tulpenboom (A)
Dit verhaal over de oude tulpenboom van Berghuis, van de hand van Henk Schaftenaar, verscheen in de Omroeper van maart 2003, jaargang 16 nummer 1.